Vorige week was ik vier dagen bij ‘Groots met een zachte G’
van Guus Meeuwis in het Philipsstation te Eindhoven. Niet omdat ik zo
ontzettend fan ben van Guus of omdat ik teveel geld over had, maar omdat ik
daar ging werken. Via mijn bijbaan bij een bedrijf dat horeca verzorgt bij
voetbalwedstrijden (PSV) en festivals was ik ook aanwezig bij de concertenreeks.
Waar ik normaal dan in een frietkraam of achter de bar
sta, deed ik nu iets wat ik verafschuwde en ook heerlijk vond. Vier dagen lang
heb ik 18+-bandjes uitgedeeld. Sinds dit jaar is de leeftijd om alcohol te
drinken van 16 naar 18 gegaan, dus wordt er weer strenger op gecontroleerd. Alle
jongeren die boven die 18 jaar waren, maar waar de bar over zou kunnen
twijfelen, konden bij ons een bandje halen. Ze lieten hun identiteitskaart zien
aan ons, kregen een bandje en konden daarna net als de rest van het stadion
naar hartenlust bier zuipen.
Ik weet het, dit gegeven op zichzelf klinkt nog niet zo
vervelend. Maar ik heb het fijne nog niet verteld. Ten eerste was onze
werkoutfit niet bepaald sexy. We liepen met twee of drie rond over het veld in witte
regenjassen met daarop supergroot op de rug ‘NIX18. Niet roken, niet drinken
onder de 18’. Op mijn hoofd een witte pet met daarop hetzelfde NIX18-logo en om
het af te maken een buideltasje met daarin de bandjes.
Er zijn nog nooit letterlijk zoveel grappen over mij
achter mijn rug om gemaakt.
‘Hee Henk, jij mag helemaal niet drinken.’
‘Huh wat?’
‘Ja, Niet roken, niet drinken onder de 18.’
‘Ooooh.’
Dan klonk er altijd een bulderend gelach van mensen die
boven de veertig zijn.
De mensen die me dan wel aanspraken vroegen waar die bandjes
dan voor waren.
Ik legde het ze uit en zij knikten dan begripvol. 10% was
daadwerkelijk van de categorie waar ze voor waren en kreeg een bandje, 40% ging
gewoon lekker weer verder met waar ze mee bezig waren en 50% besloot er een
levensdoel van te maken om ondanks hun veel te oude leeftijd toch een bandje te
bemachtigen. 5% daarvan heb ik uiteindelijk toch maar een bandje gegeven, ik
wilde de feestvreugde niet al te hard neerslaan.
Giel Beelen was er ook. Die hoefde helaas geen bandje.
Naast dat ik dus behoorlijk opviel, was de slogan niet
meer dan waar. Ik heb die vier dagen, vrijwel NIX gedaan. Ja, ik heb bandjes
uitgedeeld waar dat kon en heb dat veld echt vaak afgestruind, maar als zo’n
concert eenmaal begonnen is, hoeft bijna niemand zo’n bandje meer. En wat doe
je dan? Juist, het concert kijken.
Het voorprogramma was Nielson en tijdens dat gedeelte
liep ik altijd nog wel heel actief rond. Ik dacht dat ik Nielson niks vond,
maar eerlijk toegegeven viel dat best mee. Zijn liedjes zijn wel erg pop, maar
dat is nog best uit te houden. Live doet hij zeker niet onder aan wat hij op
een plaat presteert. Al lijkt het wel of Nielson een constante autotune over
zijn stem heeft, maar dat zal wel zijn manier van zingen zijn.
Hierna begon dan het echte concert.
De band is goed, het orkest is goed en de gastoptredens
waren ook goed. Er wordt zeker kwaliteit geleverd en ik vind dat je als
bezoeker waar krijgt voor je geld.
Ik had geen idee dat ik zoveel liedjes van Guus Meeuwis
kende. (Ik kende er een stuk of zeven niet, maar ja, na vier concerten
verandert dat ook wel.)
Guus zag er behoorlijk glamorous met zijn showoutfit en
kekke bril. Hij weet het publiek echt mee te nemen en enthousiast te maken. Ik
merkte ook wel dat Guus eigenlijk niet zo’n fantastische zanger is, maar dat
heeft meer met zijn manier van zingen te maken. Het concert heeft een goed
opbouw en kent enorm veel meezingmomenten. De liedjes hadden echter wel telkens
een outro van 3 minuten. Elke refrein moest nog minstens drie keer worden
ingezet, als het nummer eigenlijk was afgelopen. Beetje jammer, want in deze
tijd hadden ze ook nog andere nummers kunnen spelen. Daarnaast wordt het op een
gegeven moment gewoon irritant.
OMG, het was hem echt!! Fotoooooo!
Gastoptredens waren er in het begin met drummers Cesar
Zuiderwijk (Golden Earring), Edwin Evers en Jamie Westland (DI-RECT). Een
spectaculaire ritmische opening, die ook in de tweede helft weer terug kwam.
Daarna volgden Nick & Simon, die ‘spontaan’ vier
avonden in het publiek zaten en toch een moppie gingen meezingen. ‘Pak maar m’n
hand’ was toch wel het meest dramatische nummer van de avond, (qua
dweilgehalte, niet qua zang).
Als laatste Kane. Dat kwam voor mij als een grote
verassing. Ik dacht namelijk dat ze gestopt waren. DUS NIET. Ze waren steengoed.
Dat Guus dan bij het laatste nummer van Kane ‘Love over
Healing’ mee wilde zingen, vond ik er eentje van in de categorie ‘Doe maar
gewoon niet’. Guus is gewoon niet de beste zanger, vooral niet in het Engels en
voegde het gewoon niet veel toe als er een Dinand Woesthoff naast je op het
podium staat.
NICK & SIMON, WAAAH! Je begrijpt dat het kwijl op dit moment zo ongeveer op mijn kin hing. Not.
Ik ben geen Guus Meeuwis fan en ik ben ook niet het type
om naar dat soort
concerten te gaan. Tenminste, dat dacht ik.
Ik moet eerlijk zijn. Ik vond het best wel tof. Okay, ik
was in functie en kon dus niet echt los gaan als ik dat had gewild, maar ik heb
wel stiekem gedanst. Het grote nadeel is wel dat ik nu nog steeds de liedjes in mijn hoofd hebt. Geloof mij, op een gegeven moment ben je dat wel een beetje beu.
Desondanks hoop ik dat ik volgend jaar weer kan werken, maakt mij
niet uit in welke functie. Maar mocht iemand me vragen om gewoon me te gaan, dan ga ik
daar toch wel serieus over nadenken…
Liefs,
Eefke.